Wegwijs in het gedrag van kinderen
Vraag een leerkracht wat de grootste opgave is binnen zijn of haar vakgebied en de kans is groot dat het antwoord ‘omgaan met moeilijk gedrag’ is. Omgaan met de verschillende gedragingen van leerlingen wordt als ingewikkeld beschouwd in Nederland. Maar liefst 70 tot 80% van de aanvragen bij NRO* gaan over omgaan met moeilijk gedrag. Wij spraken met Astrid Ottenheym; PhD-onderzoeker voor NRO en bestuurder van het samenwerkingsverband PPO-NK**. Binnen het samenwerkingsverband heeft zij de interventie ‘Wegwijs in het gedrag van kinderen’ opgezet dat leraren helpt om beter om te gaan met moeilijk gedrag.
Hoe zou je moeilijk gedrag omschrijven?
Elke leerling gedraagt zich anders, dat is ook vaak wat het leraarschap dynamisch en leuk maakt. Ik zou ‘moeilijk gedrag’ vooral omschrijven als gedrag in de klas dat de leraar als moeilijk ervaart en waarbij de relatie tussen de leraar en leerling onder druk staat. Het is belangrijk voor een kind dat deze relatie goed is, want dat geeft hem of haar veerkracht en geloof in eigen talenten. Veel leraren vinden het moeilijk als leerlingen zich gedragen op een manier die afwijkt van de norm of hoe de leraar het voor ogen heeft. Daardoor ontstaat er wrijving en raakt de relatie tussen leraar en leerling verstoord.
Het is belangrijk dat de relatie tussen kind en leraar goed is, want dat geeft veerkracht en geloof in eigen talenten.
Wat heeft dit voor gevolgen?
Een verstoorde relatie zorgt ervoor dat kinderen niet de aandacht en kansen krijgen die ze verdienen. Uit onderzoek blijkt dat kinderen met moeilijk gedrag ook minder concentratie hebben en daardoor moeilijker kunnen leren. Dit zorgt weer voor slechte schoolprestaties en eventuele onder advisering voor het voortgezet onderwijs. Een verstoorde relatie zorgt ervoor dat het kind in een neerwaartse spiraal terechtkomt, wat vaak voor een verwijzing naar het speciaal onderwijs zorgt.
Als dit een veelvoorkomend probleem is, wat is er dan al aan gedaan?
Uiteraard is omgaan met moeilijk gedrag een probleem dat even oud is als onderwijs zelf. Vanuit de wetenschap weten we welke factoren bepalend zijn. Er zijn al veel aanpakken geweest, maar deze werken vaak niet. Bestaande interventies zijn er op ingericht dat als er op een bepaalde manier wordt gesleuteld aan een kind, deze het gewenste gedrag gaat vertonen. Deze aanpak is te eenzijdig en achterhaald.
De theorie en de praktijk verschillen van elkaar, want deze interventies werken (vaak) niet. Dat was ook een ervaring die leerkrachten ons vertelden. De oplossing ligt in de context van de leefomgeving van het kind en dat is voor ieder kind anders. Vanuit die gedachtegang hebben we ‘Wegwijs in het gedrag van kinderen’ ontwikkeld. Een interventie waarbij we leraren leren reflecteren op het eigen gedrag om de context van het kind en de interacties met het kind beter te leren begrijpen.
Een relatie tussen leerkracht en leerling komt van twee kanten.
Wat is het doel van de interventie ‘Wegwijs in het gedrag van kinderen’?
Het belangrijkste doel is om ervoor te zorgen dat kinderen zich beter begrepen voelen en dat leerkrachten zich beter toegerust voelen. Daarvoor is het noodzakelijk dat leraren op een andere manier naar (moeilijk) gedrag kijken, dat inzicht leren wij met de interventie. Tijdens de training ‘Wegwijs in het gedrag van kinderen’ onderzoeken leerkrachten de verschillende perspectieven van gedrag. Niet alleen die van leerlingen, maar juist van de leraren zelf, ouders en andere betrokken personen.
Als leraar heb je namelijk te maken met bias; (onbewuste) vooroordelen over leerlingen met moeilijk gedrag. Met de training willen we een spiegel voorhouden en deze bias doorbreken. We helpen leraren met het vinden van welke dynamiek en interacties van invloed zijn in de klas, thuis en de leefomgeving van de leerling. We reflecteren hoe deze invloeden kunnen duiden, wat dit betekent voor de manier van handelen in de klas en hoe je het ook anders kunt doen.
Wat is de reactie van de leerkrachten?
Enorm positief! De interventie bestaat uit vijf trainingsbijeenkomsten en een online leeromgeving. Je merkt dat in de eerste twee sessies leerkrachten moet wennen aan de nieuwe manier van denken. Het is niet eenvoudig om na jaren van lesgeven een andere werkwijze te hanteren. Vanaf de derde bijeenkomst merk je vaak een kanteling en dat het kwartje gaat vallen. We zien dat de leraren opeens hele andere mogelijkheden voor ogen hebben en een andere houding aannemen. Voorheen hadden ze in hun hoofd van hoe de leerling zich moet gedragen om een bepaald doel te bereiken. Nu zijn ze aan het onderzoeken hoe de situatie in elkaar zit en hoe ze samen, vaak ook met de ouders of andere personen uit de leefomgeving, tot een oplossing komen. Samen onderzoeken zij de context en oorzaak van het gedrag van die leerling. De verstoorde relatie is meer in evenwicht.
Resulteert dit zich in minder moeilijk gedrag?
De eerste geluiden zijn positief, maar het is moeilijk om in dit stadium van het onderzoek met harde conclusies te komen. We hebben de interventie vorig jaar en dit jaar uitgevoerd voor vier groepen leerkrachten in Noord-Kennemerland en IJmond. We zijn nu de data aan het verzamelen en in 2023 publiceren we de effecten. Maar de leerkrachten zijn zo positief, dat we door gaan met de Wegwijs in Gedrag. De leerkrachten die de training hebben gevolgd willen door en een vervolg. In de toekomst willen we vervolgonderzoek gaan doen, zoals de effecten meten bij leerlingen Ook komen we met een verkort trainingstraject voor schoolleiders, bestuurders en begeleiders, want we merkten dat daar enorm veel animo voor was. Om de context van leerlingen beter te begrijpen, is het belangrijk dat meer personen in de leefwereld van leerlingen betrokken raken bij deze interventie. Uiteindelijk is het onze ambitie dat deze interventie landelijk wordt opgepakt, zodat alle jongeren en leerkrachten meer veerkracht krijgen.
Er is momenteel ruimte voor nieuwe scholen om zich aan te sluiten bij de trainingen voor ‘Wegwijs in het gedrag van kinderen’. Vind jij deze interventie interessant voor op jouw school en wil je meer weten over de mogelijkheden? Neem dan contact op met regiocoördinator Ronilla Snellen.
*Het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) maakt zich sterk voor verbetering en vernieuwing van het onderwijs met kennis uit onderzoek. Dit doet het NRO door onderzoek te coördineren en te financieren waar professionals in de onderwijspraktijk en -beleid behoefte aan hebben.
**Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland (PPO-NK) is een samenwerkingsverband tussen Alkmaar, Bergen, Dijk en Waard, Heiloo en dat ervoor zorgt dat elk kind binnen de regio Noord-Kennemerland onderwijs krijgt dat aansluit op zijn of haar behoeften en talenten.