Monaïm Benrida stopt als programmaleider van de Gelijke Kansen Alliantie
"Het is vandaag precies zes jaar geleden dat de Inspectie van het Onderwijs stevig aan de bel trok: leerlingen met lager opgeleide ouders halen, ondanks gelijke cognitieve capaciteiten, op een lager niveau een diploma dan hun leeftijdsgenoten met hoog opgeleide ouders. Met dat bericht stond kansenongelijkheid ineens hoog op alle agenda’s, zo ook binnen het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). OCW maakte hier werk van met een Actieplan Kansengelijkheid, waarin het uitgangspunt was dat het bevorderen van kansengelijkheid een brede maatschappelijke opgave is, met daarin een belangrijke rol voor het onderwijs. De verbinding tussen thuis, school en omgeving was onmisbaar. Daarom werd de Gelijke Kansen Alliantie (GKA) als onderdeel van het Actieplan Kansengelijkheid geïntroduceerd."
"Ik kreeg destijds het verzoek om eerst te verkennen hoe de alliantie het beste vormgegeven kon worden en na de officiële lancering op 31 oktober 2016 zijn we vervolgens stap voor stap gaan bouwen. Nu zes jaar later werkt het ministerie van OCW vanuit een responsieve en participatieve rol binnen de GKA samen met ruim honderd gemeenten, honderden scholen in het funderend en beroepsonderwijs, verschillende maatschappelijke organisaties en partners uit het bedrijfsleven aan het vergroten van kansengelijkheid. Dit doet OCW door aan te sluiten op bestaande of nieuwe lokale initiatieven met kennis, data, onderzoek, financiële middelen en communicatie. De afgelopen zes jaar bouwden we aan duurzame relaties. We voorzagen het vraagstuk van een nieuw narratief. In deze zes jaar is kansengelijkheid, in al haar facetten, op de kaart gezet. Dat was zes jaar geleden zeker nog niet overal het geval. Die kentering komt voor de volledigheid niet alleen op de conto van de GKA: vele partijen droegen een steentje bij en de coronapandemie werkte als contrastvloeistof om het vraagstuk verder bloot te leggen. Iedereen is er inmiddels van doordrongen dat waar je wieg staat van grote invloed is voor je toekomstkansen. Onze manier van werken was en is vernieuwend. Niet alleen omdat onze mensen elke dag het land ingaan, omdat ze aansluiten bij de lokale context en energie, maar ook door ons mantra: ervoor zorgen dat ‘die ene leraar in die ene school in die ene wijk in die ene gemeente voor die ene leerling het verschil kan maken’.
Als ik terugkijk ben ik ervan overtuigd dat de gekozen werkwijze de juiste is. Lokale actoren die betrokken zijn bij de ontwikkeling van kinderen en jongeren staan centraal. De GKA faciliteert, ondersteunt en verbindt waar en wanneer nodig. We werken vanuit het ministerie als partner in een netwerk van diverse actoren. Ik geloof heilig in deze werkwijze. Want als je de leefwerelden van kinderen en jongeren wilt bereiken, moet je precies daar beginnen; in hun nabijheid. Je moet doorvoelen, doorleven en doorademen wat er speelt. Pas na zeer goed luisteren, kun je maatwerk bieden bij een complex vraagstuk als kansengelijkheid.
Ik ben dankbaar dat ik de vrijheid en ruimte heb gekregen om de Gelijke Kansen Alliantie neer te zetten zoals ik die voor ogen had. En het is met die dankbaarheid in gedachten dat ik aankondig dat het tijd is om de GKA toe te vertrouwen aan nieuwe, capabele handen om volgende stappen te zetten. Ik vertrek bij de GKA, maar kansengelijkheid blijft altijd onder mijn huid zitten omdat er verhalen zijn die me nooit zullen loslaten. Het zal in mijn ogen altijd moeten blijven gaan om groot denken, groot dromen en klein doen. Het gaat om de verschilmakers die dagelijks met een paar woorden of een klein gebaar de levensloop van een kind of een jongere positief veranderen. Ieder mens heeft verschilmakers in zijn leven nodig. Ja, zonder geld, overleg, een netwerk en interventies, bewerkstellig je geen structurele verandering. Maar wanneer je alles afpelt, draait het uiteindelijk om die ene leraar die die ene leerling écht ziet. Die vraagt of hij iets voor hem kan doen. Dat interpersoonlijke contact maakt het verschil.
Alhoewel het me trots maakt te zien welke weg we hebben afgelegd en hoe talloze verschilmakers zich iedere dag inzetten voor kansengelijkheid, zijn we er nog niet. Gelukkig is de Gelijke Kansen Alliantie de afgelopen zes jaar uitgegroeid tot een gewaardeerd programma binnen OCW, met een vaste plek en bestaande uit vijfentwintig zeer capabele GKA-collega’s die zich dagelijks inzetten om kansengelijkheid verder te vergroten. Dit maakt dat ik in het najaar in vertrouwen de Gelijke Kansen Alliantie kan en durf achter te laten. Ik heb het gevoel dat ik ga stoppen op het hoogtepunt. En dat is goed. Daarna ga ik reflecteren en vooruitkijken. De tijd zal leren wat er daarna op mijn pad komt. Tot die tijd blijf ik met evenveel energie als altijd werken aan meer kansen voor alle kinderen en jongeren in Nederland.
Voor nu wil ik iedereen die met mij opliep op de weg van de Gelijke Kansen Alliantie, alvast van harte bedanken."
Monaïm Benrida
Programmaleider Gelijke Kansen Alliantie (GKA)