Themasessies en Workshops School & Omgeving 10 oktober

Op 10 oktober kwamen de deelnemers van het programma School & Omgeving samen in Den Bosch om van én met elkaar te leren. Tijdens deze middag werden themasessies en workshops georganiseerd waarin verschillende concepten van de rijke schooldag werden uitgelegd. Hieronder vind je een korte samenvatting van de workshops, inclusief de bijbehorende presentatie.

Themasessies

I. Kwaliteitscyclus
De meeste coalities zijn startend in de opbouw kwaliteitscyclus. Eerst goed weten wat je gaat verbeteren en doelen stellen, dan een 0-meting en dan aan de slag. Veel vragen als: ‘Hoe meet je?’ en ‘Wat meet je dan precies?’. Ook zijn mensen op zoek naar indicatoren om te meten.
Daarnaast werd veel gepraat over welke stappen er dan in een kwaliteitscyclus zouden horen, ook hier was de vraag of hier al bronnen voor zijn die gebruikt kunnen worden.

Zo werkt Rotterdam met een ‘schouw’ op scholen waar alle partijen samenkomen en in gesprek gaan. Hieruit komt een verslag en hierop kan geëvalueerd worden door de school (kwalitatief & kwantitatief). Er zijn veel mooie voorbeelden, het zou fijn zijn als OCW voorbeelden/ tips zichtbaar kan maken op het dashboard. Net zoals een set van indicatoren ter inspiratie.

II. Deelname aan activiteiten
Deze themasessie behandelde de complexe uitdagingen rond ouderbetrokkenheid en het bereiken van leerlingen, vooral degenen met minder actieve ouders. Verschillende problemen en mogelijke oplossingen werden besproken.

Uitdagingen

  • Ouderbetrokkenheid en gelijke kansen
  • Bereiken van leerlingen met minder actieve ouders
  • Jongeren die buiten hangen
  • Ouderavonden
  • Ouderbetrokkenheid en participatie
  • Complexiteit van elementen
  • Betrokkenheid van scholen
  • Afhankelijkheid van vrijwilligers
  • Praktische organisatie

Kansen

  • Ouder/kindgesprekken
  • Samenwerking met betrokken partijen
  • Versterken van de relatie met ouders
  • Straat- en schoolsamenwerking
  • Informatie-app voor ouders
  • Jeugdjournaal met ouderbetrokkenheid
  • Activiteiten op school

Ideeëen

  • Het meer onder de aandacht brengen van ouderbetrokkenheid en het bevorderen van contact met ouders.
  • Het organiseren van meer activiteiten met de betrokken partijen, waaronder ouders, leerlingen, scholen en anderen zoals gezamenlijke maaltijden.

III. Wijkgericht werken
Tijdens de themasessie ‘Wijkgericht Werken’ gingen verschillende schoolleiders, docenten en andere onderwijsprofessionals met elkaar in groepjes rond de tafel om te sparren over vragen als ‘Hoe richt ik mijn programma goed samen met de wijk in?’, ‘Hoe zorg ik voor een gedeelde (pedagogische) visie, taal en aanpak?’ en ‘Hoe werk ik samen met de partners in mijn wijk?’

De deelnemers bespraken in de eerste ronde wat de grootste uitdagingen zijn op het gebied van deze vragen. Uitdagingen waar ze het over hadden omvatten o.a. beperkte tijd die het ministerie toestaat, dat het onderwijs als apart ‘feestje’ wordt beschouwd en het inhuren van zzp’ ers voor aanbod zonder rendement.

Tijdens de tweede ronde werden ideeën en voorbeelden met elkaar gedeeld. De deelnemers deelden positieve gedachten die ze hadden gezien zoals het gebruik van vrijwilligers om het aanbod te verzorgen en de potentie om vrijwilligers te werven vanuit buurthuizen of bibliotheken.

In de derde en laatste ronde werd besproken hoe er kan worden ingezet om samenwerking en ondersteuning. Hierbij kwam vooral naar voren dat het van belang is om ouders en vrijwilligers te blijven betrekken bij de wijkgerichte aanpak.

IV. Samenwerking met aanbieders

Tijdens deze themasessie werden drie vragen beantwoord die betrekking hebben tot het opzetten van duurzame samenwerkingen in het onderwijs, zelfs wanneer er beperkte subsidie beschikbaar is. Er zijn drie kernvragen naar voren gekomen die met behulp van de zaal werden beantwoord.

Hoe ben ik een goede opdrachtgever?
De uitdaging ligt in het vinden van betrouwbare partners te midden van de vele aanbieders in het onderwijs. Het informeren van leerkrachten en het maken van afspraken met verschillende aanbieders is van cruciaal belang. Het voorstel om activiteiten voor ouders en kinderen te combineren om ouderbetrokkenheid te vergroten, werd tijdens de sessie besproken. Bovendien kwamen suggesties naar voren, zoals het inkorten van lestijden en het integreren van aanvullende aanbieders in de school. Het idee om een pool van goede aanbieders te creëren en een kwaliteitscyclus op te zetten, samen met het belang van duidelijke doelstellingen en waarden werd benadrukt.

Hoe werk ik aan een duurzame samenwerking?
Een belangrijke factor in het opbouwen van duurzame samenwerkingen is het maken van goede, eenvoudige afspraken. Het is van belang om aantrekkelijke activiteiten voor kinderen te bieden en voort te bouwen op hun enthousiasme. Scholen moeten kritischer kijken naar de kwaliteit van de partners waarmee ze samenwerken en meer zakelijk te werk gaan in de selectieprocessen.

Hoe formuleer ik de juiste opdrachten aan de juiste partijen en waar selecteer ik op?
Duidelijke communicatie en het stellen van heldere verwachtingen vormend e basis voor duurzame samenwerkingen. Het belang van het selecteren van partners die passen bij de waarden en doelen van de school werd benadrukt. Het besef da duurzame samenwerking niet alleen om financiën draait, maar om het opbouwen van vertrouwen en het delen van gemeenschappelijke waarden tussen scholen en aanbieders, werd in de discussie onderstreept.

V. Verantwoording Subsidie School & Omgeving
Tijdens de verantwoording over de subsidie School en Omgeving werden verschillende vragen beantwoord:

Mag ik de onderwijstijd verlengen en midden op de dag een 'blokje' rijke schooldag organiseren?
Ja, het is toegestaan om buitenschools aanbod en onderwijstijd gedurende de dag af te wisselen. Dit betekent dat activiteiten plaats mogen vinden tijdens de (school)dag, maar deze uren kunnen niet tegelijkertijd meetellen als onderwijstijd. Een uur aanbod kan namelijk niet zowel als onderwijstijd als buitenschools aanbod worden geregistreerd.

Hoe houd ik in mijn administratie de realisatie van het aantal deelnemende leerlingen en uren bij voor de uiteindelijke verantwoording?
U dient per vestiging wekelijks bij te houden welke activiteiten worden uitgevoerd, inclusief het aantal uren en het aantal unieke leerlingen per activiteit. Als de subsidie is aangevraagd vanaf 1 augustus 2023, dient u voor de verantwoording de 55 weken te selecteren waarin het hoogste aantal leerlingen en uren is bereikt. Voor subsidieaanvragen vanaf 1 januari 2024, verantwoordt u over de 40 weken waarin het hoogste aanbod is gerealiseerd. Er geldt een marge van 25% voor het aantal leerlingen en uren in vergelijking met wat u heeft aangevraagd. U ontvangt naar verwachting een verantwoordingstool bij de beschikking (december/januari) om dit bij te houden. Bij een eventuele controle door DUS-I dient u aan te tonen dat deze uren zijn aangeboden aan de opgegeven leerlingen, de wijze waarop u dit doet is flexibel.

Hoe ziet de verantwoording op coalitieniveau eruit?
Aan het einde van de subsidieperiode wordt de coalitie gevraagd om een kwaliteitsplan en bewijs van wat er is bereikt met de voorlopersvergoeding (indien aangevraagd) in te dienen. De specifieke eisen voor het kwaliteitsplan worden op dit moment nog ontwikkeld.

Hoe ziet een kwaliteitscyclus eruit?
Een kwaliteitscyclus omvat verschillende aspecten, zoals planning, uitvoering, controle en bijstelling (bijvoorbeeld Plan, Do, Check, Act). Het kan bijvoorbeeld de implementatie van een monitor omvatten waarmee de voortgang wordt gevolgd. Daarnaast kunnen zaken zoals veiligheidsplannen en pedagogische-didactische visies ook deel uitmaken van deze cyclus. Het belangrijkste is dat deze cycli in de coalities zelf worden besproken en vormgegeven. Ze worden niet op inhoud getoetst, maar dienen als hulpmiddel om de kwaliteit en effectiviteit van de aangeboden activiteiten te waarborgen.

Workshops

I. Kwaliteitsontwikkeling in Amsterdam
Deze workshop werd gepresenteerd door Onderwijskundige Dick Bentvelzen, beleidsadviseur van de Gemeente Amsterdam en sinds 2015 aangesloten bij het team VVE en kinderopvang. Hij benadrukte dat het tegengaan van segregatie een van de belangrijkste speerpunten is van zijn bestuursopdracht; zorgen dat kinderen en ouders elkaar ontmoeten en dat er een bindende factor is. Uitgangspunten die hierbij worden gehanteerd zijn o.a. dat bij optimale ontwikkeling ook de ontwikkeling van niet-schoolse vaardigheden hoort, dat er wordt toegezien dat alle kinderen deelnemen en dat de aanleg, interesse, plezier en ontwikkelbehoefte van kinderen centraal staan. Voor de kwaliteitscyclus van de bestuursopdracht maakt hij onderscheid tussen drie soorten kwaliteit: pedagogische kwaliteit, inhoudelijke kwaliteit en proceskwaliteit.

II. Brugfunctionaris en ouderbetrokkenheid
De brugfunctionaris uit Zoetermeer gaf een presentatie over de functie brugfunctionaris en ouderbetrokkenheid. De gastouder vanuit de ouderkamer was ook mee. Als brugfunctionaris gaat Claudia in gesprek over de thema’s waar ouders tegenaan lopen. Zij heeft deze taak opgebouwd vanuit haar leraarschap en coördinator ouderbetrokkenheid, waardoor er al vertrouwen was. Vertrouwen is de basis van het goed kunnen uitvoeren van de functie brugfunctionaris geeft Claudia aan.


In de ouderkamer komen verschillende instanties langs, passend bij thema’s waar ouders tegenaan lopen, denk aan een jeugdtandarts, iemand van schuldhulp, gratis kinderfeestjes organisatie, GGD, iemand rondom scheiding, aanmelden bij sportclubs of de bibliotheek. Er wordt aangegeven dat er laagdrempelig gecommuniceerd moet worden richting ouders. Dus niet praten over ‘schuldhulp’, maar ‘er is iemand die kan helpen met brieven die je niet helemaal snapt’.

Doordat ouders vertrouwd raken binnen de school, raken ze ook meer betrokken bij de school en helpen ze meer mee (bijv, bibliotheekouders, ouders die groenten en fruit verdelen, etc.). Schoolmaatschappelijk werk en een intern begeleider zijn er om te kijken naar de effecten van zaken op het leren/ het gedrag. Een brugfunctionaris kijkt met het gezin mee en kijkt hoe zaken verlicht kunnen worden.