Van moeite met lezen naar leesplezier; hoe pak je dat aan?
Hambaken Connect is een jeugd- en jongerenwerkorganisatie in Den Bosch met focus op de wijk Hambaken. De organisatie richt zich op het begeleiden van kinderen naar een mooie toekomst en betrekt ouders en het gezin daar actief bij. Dat doen ze in samenwerking met sleutelfiguren uit de wijk en rolmodellen uit heel Den Bosch. Naast sport en cultuur biedt Hambaken Connect ook educatieve activiteiten zoals Leesstart en de daaropvolgende Leesclub. Dit zijn twee losse interventies, die elkaar wel aanvullen.
Sabine en Siham werken als jongerenwerker bij Hambaken Connect. Yassin is een van de initiatiefnemers van Hambaken Connect. Sabine en Siham leiden Leesstart en de Leesclub en zijn verantwoordelijk voor de uitvoering hiervan. De Gelijke Kansen Alliantie ging met hen in gesprek en ontdekte hoe zij lezen weer leuk maken.
Sabine komt uit het onderwijs en werkt sinds een aantal jaar als jongerenwerker. Siham is een ervaren sociaal werker, met een achtergrond in het speciaal onderwijs en als sociaal pedagogisch hulpverlener. Zij is verantwoordelijk als projectleider voor de academies van Hambaken Connect. Leesstart en de Leesclub zijn onderdeel van de academie. Yassin heeft jarenlange werkervaring binnen het jongerenwerk en heeft expertise op het gebied van kansengelijkheid.
Hoe komen de kinderen bij Leesstart terecht?
Sabine: ‘Kinderen die eind groep 3 hun leesdoel niet halen, worden doorverwezen naar Leesstart. Veel scholen beginnen hier pas in groep 5 mee, maar dat is eigenlijk te laat. Door eerder te beginnen kunnen we kinderen beter ondersteunen, voordat de achterstand groter wordt.’
Siham: ‘Dat doen we in samenwerking met de leerkrachten. Kinderen die van groep 3 naar 4 gaan, maar nog niet het gewenste leesniveau hebben worden door de leerkracht aangemeld. Zij baseren dit op de toetsresultaten of op hoe het kind leest in de klas.’
Sabine: ‘De leerkrachten selecteren welke kinderen dit het hardst nodig hebben. Wij maken dan een programma op maat. Het is echt een samenwerking. Leerkrachten merken snel welk kind extra aandacht nodig heeft.’
‘Lezen is niet saai’
Siham: ‘We werken in buurten waar veel kinderen een migratieachtergrond hebben. Zij hebben door hun achtergrond vaak taaltechnische uitdagingen. Dan ligt de focus thuis bijvoorbeeld op een andere taal. Maar er zijn ook genoeg kinderen zonder migratieachtergrond die moeite hebben met lezen.’
Siham: ‘Gaandeweg zien de kinderen lezen niet meer als verplichting. Het haalt de druk eraf. Laatst deden we speeddaten met boeken. Zo ontdekten kinderen nieuwe boeken en werden er zelf boeken mee naar huis genomen om verder te lezen.’
Yassin: ‘We doen ook leuke uitstapjes en zorgen voor kleine beloningen. Zo mogen ze bijvoorbeeld een agenda of een boek uitkiezen. Bij sommige kinderen blijft lezen lastig, maar omdat ze voor de leuke activiteiten komen maken ze toch leesmeters. Dat is ontzettend belangrijk voor hun taalontwikkeling. We spelen in op wat ze aanspreekt, zoals influencers die boeken hebben geschreven of populaire verhalen die ook in boekvorm bestaan. Dat trekt hen aan en zo duiken ze dan toch in een boek.’
Sabine: ‘Het allerbelangrijkste is dat kinderen leren dat lezen niet saai hoeft te zijn. We willen laten zien dat lezen leuk en belangrijk is voor hun toekomst.’
Yassin: ‘Door lezen te koppelen aan plezier, uitstapjes en competitie, wordt het meer dan een taak. Het wordt een ervaring. En dat is precies wat deze kinderen nodig hebben.’
Siham: ‘Leesvaardigheid gaat niet alleen over lezen. We luisteren ook weleens naar audioboeken en we oefenen met luistervaardigheid. We laten de kinderen ook zelf verhalen schrijven. Dan schrijven ze over wat ze leuk en interessant vinden. Of ze mogen een tekening maken over hun lievelingsboek. Dat draagt allemaal bij aan de taalontwikkeling.’
Is er een gouden sleutel?
Yassin: ‘Je moet ontdekken wat de kinderen interessant vinden. Wat stimuleert ze? Welke onderwerpen vinden ze leuk?’
Siham: ‘Bij de jongens staan boeken over voetbal op nummer 1. De meeste meisjes vinden series leuk. Dolfje Weerwolfje is heel populair of Superjuffie. Het is nog best wel genderspecifiek. Iedere week is er een andere activiteit. Het eerste kwartier begin ik meestal met een gezamenlijke activiteit, bijvoorbeeld theaterlezen. Dan heeft iedereen een rol en lezen ze samen een verhaal. Ze mogen ook zelf een idee inbrengen voor een thema. Dan schrijven wij een verhaal in dat thema en zorgen we dat iedereen en rol heeft.’
Van uitdaging naar leesplezier
Sabine: ‘Leesstart richt zich op individuele begeleiding. We kijken specifiek waar de uitdagingen van ieder kind liggen. Denk aan leestempo of bepaalde klanken en uitspraken. Dat pakken we gericht aan in groep 4. Vanaf groep 5 kunnen ze doorstromen naar de Leesclub. Daar gaat het juist om leesplezier. Daar mogen alle kinderen aan meedoen, ongeacht hun leesniveau. In de Leesclub ervaren de kinderen extra dat lezen leuk is. We doen bijvoorbeeld woordspelletjes of speurtochten waarbij ze boeken moeten zoeken die bij een beschrijving passen. Zo merken ze niet dat ze ook aan lezen zijn omdat het als een spel voelt.’
Siham: ‘De Leesclub is voor groep 5 tot en met 8. Dat is een groot leeftijdsverschil. Er zijn kinderen bij die een hoog leesniveau hebben en daardoor veel lezen en het leuk vinden. Maar er zijn ook kinderen die de hulp echt nodig hebben en leesmeters moeten maken. Daarom kijken we per kind wat er nodig is. Dat doen we door in gesprek te gaan met de kinderen zelf. Wat vinden ze leuk? Wat vinden ze moeilijk? Welke verhalen trekken ze aan? We oefenen niet alleen met lezen, maar zorgen er ook voor dat we hun woordenschat uitbreiden. En we stimuleren dat ze elkaar helpen. Juist omdat er een leeftijds- en leesniveauverschil is. Ik zie dat ze zich optrekken aan elkaar. Dat vind ik het allermooiste om te zien.’
Leesambassadeurs
Yassin: ‘We creëren een omgeving waar wordt gelezen. Een omgeving waarin lezen een onderdeel is van het leven. We weten bijvoorbeeld dat gezinnen zonder migratieachtergrond regelmatig naar de bibliotheek gaan. Bij gezinnen met een migratieachtergrond gebeurt dat minder vaak of met minder regelmaat. Wij proberen dat dichterbij te brengen en het te stimuleren. Kinderen die bij ons komen brengen dat ook over op hun omgeving. Dan gaat een broertje of een zusje lezen of vertellen ze over een buurkind dat ook steeds meer gaat lezen. Dat vind ik tof. Dat het een onderdeel van ze wordt. Zo worden ze echte leesambassadeurs.’
‘Het is belangrijk dat ze merken wat het lezen oplevert. Uiteindelijk wordt ook ander schoolwerk hierdoor makkelijker. Ze snappen steeds beter waarom lezen zo nodig is. Veel kinderen krijgen dat van huis uit niet mee. Omdat er een thuis bijvoorbeeld een andere taal wordt gesproken of omdat ouders laaggeletterd zijn en het lezen niet stimuleren.’
'Het begint bij de basis'
Siham: ‘Je ziet dat ouders het belang van lezen wel inzien, maar niet weten hoe ze het moeten aanbieden. Daar helpen wij bij. We geven aan dat ze rust moeten creëren en het kind moeten stimuleren om te gaan lezen. In plaats van bijvoorbeeld schermtijd. Het is echt iets wat je in de opvoeding mee moet geven. Maar het is steeds lastiger om kinderen van de iPad naar een boek te krijgen in deze multimediale samenleving. Dat snappen wij heel goed. Het begint echter bij de basis. Als je bij een baby al begint met voorlezen en samen boekjes leest of een kind ziet jou als ouder lezen, dan wordt het onderdeel van hun opvoeding. Zo leren kinderen dat lezen een activiteit is, net zoals buitenspelen.’