Erik Scherder legt uit: waarom sport en muziek goed zijn voor je brein
Voor neuropsycholoog Erik Scherder is het glashelder: voor een goed ontwikkeld brein zijn sport en muziek minstens zo belangrijk als rekenen en taal. Scherder, hoogleraar neuropsychologie en verbonden aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, neemt ons mee in de ontwikkeling van het kinderbrein en de factoren die hier invloed op hebben.
Zowel sport als muziek dragen bij aan de kwaliteit van myeline: een wit stofje in de hersenen dat zorgt voor het versturen van signalen tussen hersencellen. Hoe beter de myeline, hoe sneller signalen binnen het brein dus verstuurd en opgepikt worden. Ook draagt een goede kwaliteit van myeline bij aan snelle communicatie tussen zogeheten “rich club hubs”. Dat zijn gebieden die zorgen voor een heleboel belangrijke cognitieve functies, zoals goed plannen, structuur, werkgeheugen, impulscontrole, zelfreflectie, creativiteit, flexibiliteit en motivatie, volgens Scherder.
Studies wijzen keer op keer uit dat er een enorme overlap is tussen taal en muziek in het brein
Hoe kom je tot een complex brein?
Een stimulerende omgeving met veel verschillende activiteiten is daarom van belang om het brein goed te ontwikkelen, legt hij uit: ‘Om een complex brein met veel hubs te hebben wil je ervoor zorgen dat de zenuwcellen in het brein elke keer net iets anders worden aangestuurd en niet steeds hetzelfde. Dus niet alleen rekenen en taal, ook muziek, kunst en cultuur, en sport en bewegen. Samen zingen is namelijk nooit hetzelfde, die hersencellen worden steeds op een andere manier aangesproken.’
Voor kinderen en jongvolwassenen is dit extra belangrijk, omdat hun hersenen nog volop in ontwikkeling zijn, vervolgt hij: ‘In de eerste tien tot twaalf levensjaren van een kind is er een enorme toename in myeline te zien, een super belangrijke periode dus. Tussen het 10e en 20e jaar neemt de toename af en zien we een soort plateau, en vervolgens groeit het weer door tot na het 28e levensjaar.’
Sociaaleconomische score versus de grijze hersenstof
Voor kinderen en jongvolwassenen is dit extra belangrijk, omdat hun hersenen nog volop in ontwikkeling zijn, vervolgt hij: ‘In de eerste tien tot twaalf levensjaren van een kind is er een enorme toename in myeline te zien, een super belangrijke periode dus. Tussen het 10e en 20e jaar neemt de toename af en zien we een soort plateau, en vervolgens groeit het weer door tot na het 28e levensjaar.’
Wat betekent dat voor kinderen die opgroeien in een omgeving zonder geld voor dansrepetities, pianolessen en voetbaltrainingen? Kinderen met een lagere sociaaleconomische status (SES) kunnen opgroeien met een kleinere hoeveelheid grijze hersenstof, een belangrijk onderdeel van de hersenen waarin informatie wordt verwerkt: ‘Er zijn niet heel veel studies gedaan naar de ontwikkeling van kinderen die opgroeien in wijken met een lagere sociaaleconomische status. De studies naar SES en hersenontwikkeling die er wél zijn gedaan, tonen aan dat het volume van de grijze hersenstof zich bij kinderen in wijken met een lagere SES-score al in de eerste drie levensjaren minder sterk ontwikkelt dan bij kinderen in wijken hogere SES-score.’
Opbouwen van een cognitieve reserve
Scherder voegt daaraan toe: ‘Met initiatieven als de rijke schooldag wil je bijdragen aan het verminderen van dit verschil.'
Ook kan een verrijkte schooldag bijdragen aan de weerbaarheid van het brein, vervolgt hij: 'Kinderen bouwen een cognitieve reserve op door het bezig zijn met cultuur, sport en bewegen. Deze reserve is essentieel: een hoge reserve betekent dat je brein beter bestand is tegen hersenschade en kan kinderen vier tot vijf jaar langer beschermen tegen ouderdomsziektes als dementie.’
Het effect van buitenschoolse activiteiten op het brein laat hij zien met een voorbeeld. ‘Kijk naar schaken: dat versterkt het netwerk in de hersenen dat leidt tot creativiteit, probleemoplossend vermogen en empathie. Als schaker moet je je in anderen verplaatsen om tot je volgende zet te komen. Dat zou je elk kind gunnen, meerdere keren per week.’
Als je iets wilt doen aan de mentale kwaliteit van de jeugd, kom dan op met die verrijking
Muziek, taal en rekenen
En dan de hamvraag: wat doet muziek met je brein? Scherder: ‘Dat is één van de meest gestelde vragen. Studies wijzen keer op keer uit dat er een enorme overlap is tussen de taalgebieden in het brein en de muzikale gebieden. Twee hersenbanen zijn hier verantwoordelijk voor: de ene zit links en is betrokken bij talige activiteiten, en de andere zit rechts en wordt actief bij muzikale activiteiten.’
Visueel-ruimtelijke aandacht is één van de functies van dit hersennetwerk, wat volgens Scherder de samenhang verklaart: ‘Rekenen en taal hebben beide een ruimtelijk aspect. Als je kinderen laat bewegen en dansen op muziek, dan zit je precies op het netwerk voor rekenen en taal en versterk je daarmee deze hersenverbindingen.’
Doe iets aan de mentale kwaliteit
Als kers op de taart is ditzelfde hersennetwerk ook nog eens betrokken bij het reguleren van emoties. ‘Via deze hersenbaan wordt ook de amygdala geremd, die betrokken is bij onder andere angst en depressie. En hoe krijg je die baan actief? Met schaken, muziek, dansen, bewegen, ritme. Een groep onderzoekers liet een groep jongeren met overgewicht acht maanden lang twee keer per week drie kwartier extra gymmen, en toonde aan dat dit netwerk daadwerkelijk sterker is geworden. Als je iets wilt doen aan de mentale kwaliteit van de jeugd, kom dan op met die verrijking.’
Het belang van daarvan voor jonge kinderen kan Scherder daarom niet genoeg benadrukken: ‘Als je opgroeit met kunst, muziek en bewegen, dan is het waarschijnlijk dat je dit op latere leeftijd ook nog gaat doen. De myeline waar ik het in begin over had neemt na je 30e met ongeveer 10% af, dus dan kun je maar beter zo vroeg mogelijk beginnen met het kweken van een stabiele hoeveelheid. Eenvoudig gezegd moeten kinderen daarvoor nieuwe dingen doen, die ook nog eens uitdagend zijn. Ze moeten moeite doen, mentale en fysieke moeite, zoals het leren spelen van een muziekinstrument: ze moeten mentale en fysieke moeite doen voordat ze het kunnen.’