Aan de slag met kwaliteit binnen School & Omgeving
Binnen het Programma School & Omgeving is kwaliteit van het verrijkte aanbod een belangrijk onderwerp. Hoe meet je dit precies? En wat zijn belangrijke voorwaarden? De komende tijd duiken we hier dieper op in. Het Kohnstamm Instituut heeft in opdracht van OCW onderzoek gedaan naar de randvoorwaarden en er is een speciale werkgroep en klankbordgroep opgericht. Ben je nieuwsgierig? Sluit dan op 16 april aan bij de volgende editie van Wetenschap op Woensdag. Je kan het webinar ook terugkijken. De terugkijklink staat begin mei in onze nieuwsupdate.
Het Kohnstamm Instituut onderzocht welke randvoorwaarden noodzakelijk zijn om kwaliteit te waarborgen. Het onderzoek richt zich op wetenschappelijke inzichten en ervaringen uit andere landen. Uit literatuuronderzoek en focusgroepen met wetenschappers en (praktijk)experts blijkt dat effectieve programma's zich richten op de sociale en fysieke veiligheid van leerlingen. Ook ligt de focus van deze programma’s op brede ontwikkeling op sociaal-emotioneel, cognitief en motorisch gebied.
De volgende onderzoeksvragen staan centraal:
- Welke voorwaarden zijn cruciaal voor een kwalitatief hoogstaand verrijkingsprogramma?
- Hoe wordt er (internationaal) gestuurd op deze kwaliteitseisen?
Nieuwsgierig naar het hele onderzoeksrapport? Lees het hier.
Welke randvoorwaarden zijn belangrijk?
De randvoorwaarden zijn onderverdeeld in drie niveaus. Docenten moeten vakinhoudelijk en pedagogisch competent zijn. Daarnaast moeten de activiteiten breed en inclusief zijn, met duidelijke doelen en een focus op het verbeteren van brede (basis)vaardigheden. Ook moet er op organisatieniveau een heldere visie zijn met ruimte voor evaluatie.
In het onderzoek zijn deze voorwaarden vergeleken met bestaande kwaliteitseisen in de sectoren kinderopvang, sport, cultuur en onderwijs. Daarbij is er gekeken naar voorbeelden van kwaliteitsborging in Noorwegen, de Verenigde Staten en Slovenië. Hieruit blijkt dat de mate van centrale sturing op de randvoorwaarden voor kwaliteit door de overheid varieert, waarbij sommige landen met weinig overheidsregels toch goede resultaten behalen.
Daarnaast blijkt dat extra sturing vanuit de overheid de kwaliteit kan verbeteren, maar dat te veel regulering de vrijheid van scholen kan beperken. Meer autonomie leidt tot programma’s die beter aansluiten bij de visie van scholen en daardoor effectiever zijn.
Werkgroepen kwaliteit
In de komende jaren wil OCW meer richting geven aan het bewaken van de kwaliteit van het verrijkte aanbod. Daar is een speciale werkgroep voor opgericht. Deze werkgroep gaat aan de slag met het ontwikkelen van een format voor een kwaliteitsrapport dat aan het einde van de nieuwe subsidieperiode moet worden ingediend. De werkgroep komt nog drie keer samen. Ook komt er in april een klankbordgroep samen om te reflecteren op alles wat de werkgroep in kaart brengt. Heb je vragen of opmerkingen? Mail dan naar rijkeschooldag@minocw.nl.
Halverwege maart was de eerste bijeenkomst onder begeleiding van het NJI en projectleider Noor Waardijk. Met tien gepassioneerde betrokkenen hebben we het gehad over wat verschil in kwaliteit maakt. Hoe zorg je ervoor dat er een open cultuur ontstaat waarin je samen kan reflecteren? Hoe zorg je voor een goede samenwerking tussen scholen onderling, de gemeente en lokale partijen? Wat is de rol van ouderbetrokkenheid? Wat is het nut van monitoren? En wanneer is sturing helpend en wanneer een last?
Kwaliteitseisen in de subsidieregeling voor 2025-2028
In de huidige subsidieregeling (2023-2025) zijn weinig kwaliteitseisen vastgelegd. Afgezien van de eis van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) voor medewerkers en het toewerken naar een kwaliteitscyclus voor het aanbod van elke coalitie. Daarnaast zijn coalities vrij om dit zelf in te vullen. Ook moeten zij rekening houden met een aantal – soms wettelijk – vastgelegde eisen binnen de verschillende sectoren onderwijs, kinderopvang, sport en cultuur.
In de aanvraag voor de aankomende subsidieregeling 2025-2028 wordt gevraagd welk ontwikkelaanbod er wordt georganiseerd, welke ontwikkelgebieden hiermee worden bereikt en naar welke kwaliteit wordt gestreefd. Ook moet er in het plan van aanpak beschreven worden hoe de kwaliteit wordt gemonitord en geëvalueerd.
Ook is een VOG verplicht voor de mensen die betrokken zijn bij het ontwikkelaanbod. Bij toekenning van de subsidie ontvangt de regievoerder van de coalitie in juni 2025 met de beschikking een format. Dit format kan worden gebruikt voor reflectie.
Wetenschap op Woensdag
We gaan op 16 april van 20.00 tot 21.00 uur online in gesprek over kwaliteit met Merlijn Karssen van het Kohnstamm Instituut en met Marja Hovenkamp en Sanne Visser van de coalitie Oost-Groningen. We hebben het over de inhoudelijke en praktische voorwaarden en over wat we kunnen leren van de kwaliteitsborging in andere landen. Ook hebben we het over kansen en uitdagingen voor het aanmoedigen van kwaliteit in de praktijk. Merlijn geeft uitleg over het onderzoek van het Kohnstamm Instituut en Marja en Sanne vertellen ons meer over het kwaliteitsplan dat hun coalitie hanteert.
Bekijk hier de uitnodiging voor het webinar.