Becoming a man-programma

In deze studie wordt een samenspel van twee interventies onderzocht. De niet-academische component maakt gebruik van principes uit de cognitieve gedragstherapie om de sociale vaardigheden van jongeren te verbeteren. De academische component bestaat uit intensieve studiebegeleiding bij wiskunde. De totale interventie verbeterde de wiskundeprestaties enorm. Daarnaast werden ook effecten gevonden op het behalen van andere vakken.

Over het onderzoek naar het becoming a man-programma

  • School: VO
  • Duur: 1 studiejaar
  • Evidentie: gerandomiseerd experiment
  • Locatie: Verenigde Staten
  • Kosten: €3800 per leerling
  • Bron: Cook, P. J., Dodge, K., Farkas, G., Fryer Jr, R. G., Guryan, J., Ludwig, J., … & Steinberg, L. (2014). The (surprising) efficacy of academic and behavioral intervention with disadvantaged youth: Results from a randomized experiment in chicago (No. w19862). National Bureau of Economic Research.

Achtergrond

Er is een groeiende zorg dat het verbeteren van academische vaardigheden bij achterstandsjongeren te moeilijk is en te kostbaar. In plaats daarvan zouden beleidsmakers zich moeten focussen op praktijkonderwijs voor tieners of op voorschoolse educatie. De auteurs van dit artikel vinden deze conclusie te voorbarig, omdat slechts weinig interventies zich hebben gefocust op een mogelijke fundamentele barrière voor een succesvolle schoolcarrière: een mismatch tussen wat de school aanbiedt en wat achterstandsjongeren, die zowel achterblijven op academische vaardigheden als op niet-academische, nodig hebben. Deze studie maakt onder andere gebruik van principes uit de cognitieve gedragstherapie en intensieve studiebegeleiding.

Doelgroep

De interventie is uitgevoerd op een school in Chicago voor 95% bestaande uit Afrikaanse-Amerikanen. Daarnaast had 99% van de leerlingen recht op een gratis lunch. Dit is een indicator voor een lage sociaal economische achtergrond.

Interventie

De studie bestudeert twee verschillende interventies. De niet-academische interventie heet ‘Becoming a Man’ (BAM). Deze interventie omvatte een programma dat trainingen in sociaal-cognitieve vaardigheden aanbood. Het programma volgde de principes van de cognitieve gedragstherapie. De jongeren hadden de kans om deel te nemen aan 27 sessies van een uur die een keer per week plaatsvonden in kleine groepen van niet meer dan 15 leerlingen. De lessen die ze hier kregen bestonden uit verschillende elementen. Sommige onderdelen richtten zich op karaktervorming. Andere onderdelen focuste zich specifiek op sociale en sociaal-cognitieve vaardigheden, zoals het bedenken van nieuwe oplossingen voor problemen, het leren van nieuwe manieren van goed gedrag, het inleven in anderen, vooruit denken, en consequenties evalueren die in de toekomst liggen. Het programma omvatte ook standaard elementen uit de cognitieve gedragstherapie door bijvoorbeeld jongeren bewust te maken van hun eigen gedachten en hoe deze gedachten hun gedrag beïnvloeden.

De academische interventie bestond uit elke dag een uur studiebegeleiding. Elke studiebegeleider werkte met twee leerlingen en de focus lag op wiskunde.

Resultaten

Leerlingen uit de interventiegroep verbeterden zich enorm op hun wiskundeprestaties. Op gestandaardiseerde wiskunde testen scoorden de interventiegroep significant hoger dan de controlegroep (0,48 SD hoger). Dit komt overeen met een verkleining van het verschil tussen Afrikaans-Amerikaanse leerlingen en blanke leerlingen van ongeveer 60%. Op de wiskunde GPA (Grade Point Average) scoorde de interventiegroep 0,58 punt hoger dan de controlegroep (1,82 ten opzichte van 1,24 in de controlegroep). Op leesscores werd geen significant effect gevonden. Er blijkt wel een effect te zijn op het aantal vakken dat een student niet haalt gedurende het jaar. In de interventiegroep is het gemiddelde met 2 gedaald (1,5 niet-behaalde vakken ten opzichte van 3,5 in de controlegroep).

*SD = standaarddeviatie.
Een standaarddeviatie is een spreidingsmaat, waarmee aangegeven kan worden in hoeverre studenten afwijken van het gemiddelde. Dit is een handige manier om verschillende toetsscores met elkaar te vergelijken. Als studenten een halve SD (0,50 SD) leerwinst bereiken door een maatregel, dan rekenen en lezen zij een onderwijsniveau hoger dankzij de maatregel. Als zij voordien rekenen en lezen op vmbo-t-niveau, rekenen en lezen ze daarna op havo-niveau.
Bron: CPB. (2018).