Deze studie onderzoekt een model waarin wordt aangenomen dat leerlingen verschillende ideeën hebben over intelligentie en dat deze assumptie effect heeft op de academische prestaties. Sommige leerlingen denken dat intelligentie een vaststaand feit is, terwijl andere leerlingen denken dat intelligentie nog vormbaar is. Deze gedachten hebben een effect op de academische prestaties. Leerlingen werd tijdens de interventie geleerd dat intelligentie vormbaar is en dat het zich kan ontwikkelen over de tijd. De interventie resulteerde in verbeterd gedrag en verbeterde schoolprestaties.
Over het onderzoek vormbare intelligentie
- School: VO
- Duur: 8 weken, 25 minuten per week
- Evidentie: gerandomiseerd experiment
- Locatie: Verenigde Staten
- Bronnen:
- Blackwell, L. S., Trzesniewski, K. H., & Dweck, C. S. (2007). Implicit theories of intelligence predict achievement across an adolescent transition: A longitudinal study and an intervention. Child development, 78(1), 246-263.
- World Bank. 2017. Peru: If you think you can get smarter, you will.
Achtergrond
De pubertijd is een belangrijke fase in de ontwikkeling van jongeren. Kinderen ondervinden vaak nog relatief weinig problemen in hun kindertijd: ze gedragen zich goed en ze voelen zich goed over zichzelf. In de pubertijd krijgen ze te maken met onzekerheden, neemt het antisociale gedrag toe en daalt vaak de betrokkenheid bij school. Bovendien gaan leerlingen in deze periode naar de middelbare school (high school). Hier worden nieuwe vaardigheden van ze gevraagd. De vraag is welke psychologische mechanismen ervoor zorgen dat sommige leerlingen deze overgang goed vergaat, terwijl anderen met gelijke kwaliteiten hier veel moeite mee hebben. Deze studie onderzoekt daarom een model waarin leerlingen verschillende ideeën hebben over intelligentie. Sommigen denken dat dit een vaststaand feit is, terwijl andere leerlingen denken dat intelligentie nog vormbaar is. Deze gedachten hebben een effect op de academische prestaties.
Doelgroep
De interventiegroep bestond uit een relatief groot aantal laagpresteerders. Dat valt af te leiden uit het feit dat 79% van de leerlingen recht had op een gratis lunch. Dit is een indicator voor een lage sociaal-economische status.
Interventie
De interventie bestond uit acht wekelijkse sessies van 25 minuten per keer. Leerlingen in zowel de interventie- als in de controlegroep namen deel in gelijksoortig gestructureerde workshops. Deze bestonden uit een introductie in de psychologie van het brein, uit studievaardigheden en uit antistereotype denken. De interventiegroep werd daarbovenop door het lezen van wetenschappelijke artikelen en activiteiten hieromheen zoals discussies, geleerd dat intelligentie vormbaar is en dat het zich kan ontwikkelen over de tijd. Leerlingen in de controlegroep hadden in plaats hiervan lessen over het geheugen.
Resultaten
Allereerst had de interventie een positief effect op het gedrag van leerlingen in de klas. In de interventiegroep werd bij 27% van de studenten een positieve verandering waargenomen, terwijl dit in de controlegroep slechts 9% was. Daarnaast was er een significant resultaat op de wiskundecijfers van de leerlingen. Er was een toename van 0,55 SD op GPA vergeleken met de controlegroep.
Bij een vergelijkbare (kortere) interventie in Peru werden ook sterke resulaten geboekt (zie bron II). De leerprestaties namen daar toe met 0,2 SD bij een eenmalige interventie van 90 minuten ($0,20 per leerling).