Bijeenkomst SCOH over gelijke kansen in het schooladvies
Hoe geef je als leerkracht een goed schooladvies? Eerlijk en zonder vooroordeel, maar ook zonder valse verwachtingen te scheppen? Het Kenniscentrum van de Stichting Christelijk Onderwijs Haaglanden (SCOH) organiseerde in het najaar van 2019 een bijeenkomst voor leraren groep 7/8 en interne begeleiders met als doel om bewustwording te creëren over factoren bij advisering. Programma Gelijke Kansen schoof aan.
“Scholen moeten voor maatschappelijke opstroming zorgen”, aldus dr. Hilda Amsing, onderwijsdirecteur en universitair hoofddocent aan de Rijksuniversiteit Groningen. Als extern expert vertelde Amsing tijdens de bijenkomst over de dilemma’s van het schooladvies. Onderadvisering blijkt een hardnekkig probleem.
Schooladvies is bepalend voor de latere plek in de maatschappij
Het schooladvies over het te volgen niveau in het voortgezet onderwijs is vaak bepalend voor de plek die kinderen later in de maatschappij innemen. Maar de blik van leraren blijkt ongewild vertroebeld door vooroordelen op basis van geslacht, sociaaleconomische status en de (migratie)achtergrond van leerlingen. Deze vooroordelen – ook wel bias genoemd – moeten voorkomen worden. Zeker in het Nederlandse onderwijssysteem, waar vervolgonderwijs al jong gekozen wordt en sterk gesegmenteerd is ingericht. Het goede nieuws, aldus Amsing, is dat de mate van bias per school en regio verschilt. Tijdsgeest en bewustwording spelen een rol. Verandering is dus mogelijk.
Leraren streven naar een betrouwbaar advies
Leraren vinden bias door het onderwijsniveau van de ouders of culturele achtergrond op hun advies onwenselijk. Scholen zoeken daarom naar manieren om hun advisering zo betrouwbaar mogelijk te maken. Bijvoorbeeld door gezamenlijk te adviseren, door andere toetsen te gebruiken naast de Cito of door de intern begeleider bij het advies te betrekken.
Discussie over herplaatsing en voorlopige adviezen
Na de lezing van Amsing gingen leraren tijdens de bijeenkomst met elkaar in gesprek over twee belangrijke gespreksonderwerpen:
- Hoe lastig het kan zijn voor middelbare scholen om leerlingen te herplaatsen. Het voortgezet onderwijs start na de schooladviezen met voorsorteren. Wijzigingen zijn daarom lastig én spannend. Want als een leerling het hogere advies toch niet aankan, wordt het voortgezet onderwijs daarop aangekeken. Voor het bepalen van het onderbouwrendement is het basisschooladvies namelijk een belangrijk ijkpunt. Eén leerkracht vertelde: “Ik blijf net zo lang bellen met de nieuwe scholen totdat ik mijn leerling alsnog op de plek krijg die hij verdient. Hoe vervelend en lastig dit ook is. Maar dat vraagt wel een lange adem.”
- Het wel of niet geven van voorlopige adviezen ver vóór de Cito-toets. Midden groep 7 bijvoorbeeld, in plaats van eind groep 7, want dat “biedt meer ruimte om het advies nog te verbeteren en/of te bewijzen en dit geeft leerlingen een extra impuls.” Er waren ook scholen die niet adviseerden in groep 7, uit angst leerlingen te demotiveren door hoge of juist lage verwachtingen. Ook leefde de vraag hoe je als leerkracht in groep 8 een gepast eerste advies uitbrengt. Veel scholen gebruiken daarbij het leerlingvolgsysteem, of laten de leerkracht van groep 7 meekijken bij het advies. Op andere scholen is de intern begeleider bij het advies betrokken.
Al met al kijken we terug op een inspirerende avond, waar een hoop kennis en ervaringen zijn gedeeld en meer bewustzijn is ontstaan over de relatie tussen kansengelijkheid en schooladvisering.
Test in hoeverre bias een rol speelt bij uw schooladviezen
Als basisschool wilt u leerlingen natuurlijk een passend schooladvies geven. Welke factoren wegen mee? De leerresultaten, de werkhouding of motivatie, de opleiding van de ouders, ondersteuning van thuis? Bias kan onbewust toch ook een rol spelen. Ga hierover in gesprek met uw team. De interactieve simulatie basisschooladvies van de Inspectie van het Onderwijs kan u bovendien laten zien welke factoren bewust en onbewust een rol spelen in het schooladvies.