Elma Pleijte
Wij vroegen 9 young professionals met ervaring in de onderwijspraktijk en ervaring als beleidsmaker, naar hun kijk op Gelijke Kansen in het onderwijs; Wat zijn de grootste uitdagingen die zij zien? Waar liggen kansen voor verbetering? En welke rollen en taken zien zij voor zichzelf en anderen hierbij weggelegd? Deze keer Elma Pleijte: “Het gezin is de basis.”
Naam: | Elma Pleijte |
Leeftijd: | 27 jaar |
Studies: |
Bachelor pedagogiek (2014) Master Preventieve jeugdhulp en opvoeding (2016 ) |
Sinds september 2017 trainee bij BMC |
“Gelukkige ouders hebben gelukkige kinderen. Zo zwart-wit is het natuurlijk niet, maar over het algemeen geldt het wel. Ik vind het daarom belangrijk om te investeren in ouders, liefst al tijdens de zwangerschap. Want als ouders goed in hun vel zitten, kunnen zij voorzien in de behoeften van hun kinderen.
Eyeopener
Voor mij beginnen gelijke kansen dus in de buik. Ik heb alle kansen gekregen en heb een zorgeloze jeugd gehad. Toen ik na mijn studie ging werken in de jeugdzorg, zag ik hoe het ook kon. Tijdens mijn master heb ik voor mijn stage gewerkt aan een interventie die gericht was op de emotionele voorbereiding op het krijgen van een kindje. Ik vond het verbluffend hoe ouders wel fysiek worden voorbereid op de zwangerschap en de bevalling, maar nauwelijks op wat er verandert daarna, in je leven maar ook in je relatie met elkaar. Uit onderzoek en uit mijn afstudeerscriptie blijkt dat de relatie van ouders onderling verslechtert na de komst van een kind. Gelukkig blijkt dat de relatie na een aantal jaar ook weer verbetert, maar mensen staan wat mij betreft te weinig stil bij dit aspect. Door hierin te investeren, kun je bepaalde conflicten of problemen voorkomen.
"Gelijke kansen beginnen in de buik"
Preventief inzetten
Gezinsfactoren spelen een grote rol bij het hebben van gelijke kansen, naast de kindfactoren die er ook zijn. Ik vind dat we meer preventief kunnen inzetten op die gezinsfactoren door middel van hulp, informatie en begeleiding. De interventie van hierboven is een voorbeeld, maar je kunt bijvoorbeeld ook bij de verloskundige al bespreken hoe je het leven met je kind ziet. Heel praktisch: kun je je sportavonden aanhouden, maar ook: wat vind je belangrijk in de opvoeding. Preventief inzetten betekent niet dat er geen hulpverlening voor complexere problemen meer nodig is, maar ik geloof dat er op lange termijn winst te behalen is.
Lage drempel
En hulp moet laagdrempeliger. Ik zie nu dat de drempel om hulp te vragen vaak hoog is. Zeker voor mensen die al ervaring hebben met jeugdhulptrajecten. Ook zij moeten met een vraag bij instanties terecht kunnen zonder beoordeeld te worden op hun verleden. Een mooi voorbeeld is de POH-jeugd waar inmiddels veel huisartsenpraktijken mee werken. Sommige kinderen hebben problemen als vaak buikpijn of zonder aanleiding niet meer zindelijk zijn. Wanneer lichamelijke oorzaken zijn uitgesloten, verwijst de huisarts deze kinderen en hun ouders door naar de POH-jeugd. Wat zou er nog meer aan de hand kunnen zijn? Ouders lopen makkelijker binnen en is er de mogelijkheid eventuele problemen al vroeg te signaleren. Hiervoor is veel samenwerking nodig tussen in dit geval de huisartsen en de gemeente. Om hulp laagdrempeliger te maken zoeken veel gemeenten al de samenwerking tussen onderwijs, jeugdzorg en gezondheidszorg (GGD), maar ik denk dat ook daar nog veel winst te behalen valt.”