Deze overzichtspagina behandelt twee interventies die gericht zijn op het stellen van persoonlijke doelen (goal setting). Interventies gericht op het stellen van persoonlijke doelen kunnen helpen bij het overkomen van motivatieproblemen en het opbouwen van een positief zelfbeeld. Uit de studies blijkt dat goal setting leidt tot verbeterde leerprestaties en een groei in het aantal studenten dat alle vakken in een leerjaar haalt.
Over het onderzoek naar persoonlijke doelen stellen
- School: HO
- Evidentie: (quasi-)experimenteel
- Locatie: Canada & Nederland
- Bronnen:
- Morisano, D., Hirsh, J. B., Peterson, J. B., Pihl, R. O., & Shore, B. M. (2010). Setting, elaborating, and reflecting on personal goals improves academic performance. Journal of Applied Psychology, 95(2), 255.
- Schippers, M. C., Scheepers, A. W., & Peterson, J. B. (2015). A scalable goal-setting intervention closes both the gender and ethnic minority achievement gap. Palgrave Communications, 1.
Achtergrond
In Noord-Amerika en West-Europa is de afgelopen twee jaar het verschil tussen het aantal studenten dat een studie aan de universiteit startte en het aantal studenten dat deze studie voltooide gestegen. Dit brengt negatieve effecten met zich mee, zowel voor de studenten als de universiteiten. Veel algemene factoren, zoals een gebrek aan heldere doelen, afnemende motivatie, ongeorganiseerd nadenken, financiële stress en relatieproblemen, kunnen academische prestaties in de weg staan en de kans op uitval doen toenemen. Moeite hebben met het aanpassen aan een universiteit kan leiden tot onderpresteren en uitendelijk zelfs tot uitval. De twee studies op deze overzichtspagina onderzoeken de mogelijkheid van een intensief, online en persoonlijk goal setting programma.
Doelgroep
Goal setting is in de twee studies op deze overzichtspagina gericht op studenten. Voor dit soort interventies is het van belang om een goed begrip van de taal te hebben waarin de goal setting interventie gegeven wordt.
Interventie
In de studie van Morisano et al. (2010) nam de behandelingsgroep, bestaande uit Canadese studenten, deel aan een online, intensief goal setting programma. Dit programma leidde de deelnemers door een serie van acht stappen die ervoor zorgde dat specifieke, persoonlijke doelstellingen werden gesteld. Ook werd er gedetaileerde informatie verstrekt over strategieën om deze doelen te bereiken. Gedurende twee en half uur voltooiden de studenten het programma. De controlegroep kreeg gedurende die tijd drie andere taken die niet samenhingen met doelen stellen.
De studie van Scheepers et al. (2015) is een Nederlandse opzet van de interventie uit Morisano et al. (2010), maar verschilt er op minimaal 2 punten substantieel van. Deze interventie bestond uit een online programma over doelen stellen, bestaande uit drie fases. In fase 1 dienden studenten gedetailleerd hun meest gewenste en hun meest ongewenste toekomstbeeld op te schrijven. Tijdens fase 2 werkten ze de gewenste doelen concreet uit. In fase 3 had elke student een tien minuten durende fotoshoot en werd de student gevraagd een algemeen persoonlijk statement af te leggen. De foto en het statement werden online gezet om publiekelijk commitment te creëren. Er zijn echter twee verschillen t.o.v. Morisano et al. (2010): het aantal interventiefases en de duur van de fases.
Resultaten
"Morisano et al. (2010) - Gerandomiseerd experiment
De goal setting interventie resulteerde in drie positieve effecten. Allereerst steeg het Grade Point Average (GPA) met 0,45 punten ten opzichte van de controlegroep op een vijf-puntenschaal voor GPA. Ten tweede wisten alle studenten in de behandelingsgroep het hele jaar succesvol af te sluiten ten opzichte van 80% in de controlegroep. Tot slot werd er ook nog een afname in het zelfgerapporteerde niveau van negatieve gevoelens gevonden.
Schippers et al. (2015) - Quasi-experimenteel
De interventie versterkte de academische prestaties van de studenten en verlaagde het percentage studenten dat uitviel. Alle groepen in de interventie lieten een toename in academische prestaties zien. De toename was het grootste voor mannen uit ethnische minderheden. Zij behaalden 44% meer ECTS en vielen 54% minder uit. Etnische minderheden en mannen profiteerden dus bovenmaats van de interventie. Dit waren juist de groepen die vooraf aan de interventie onderpresteerden. Het verschil tussen mannen en vrouwen, en tussen ethnische minderheden en andere groepen, werd aanzienlijk kleiner. Na 1 jaar was het geslachtsverschil met 98% gesloten en het etnische verschil met 38% (stijgend naar een sluiting van 93% na het tweede jaar).