Tijdens schooluren leren leerlingen nieuwe dingen. Maar hoe pas je deze kennis toe? Waar kun je de informatie voor gebruiken? En hoe doe je dat? Het thema Non-cognitieve vaardigheden richt zich op vaardigheden die nodig zijn om kennis in de praktijk te brengen.
Voorbeelden van non-cognitieve vaardigheden zijn:
- een planning maken
- voor- en tegenargumenten over een stelling opzoeken
- doorzettingsvermogen trainen
Door deze vaardigheden onder de knie te krijgen, worden schoolresultaten van leerlingen beter. Ze leren verbanden te leggen en worden kritisch op hun eigen werk en mening.
Onderzoek
Rolmodel
Jonge leerlingen kunnen veel leren van een oudere leerling. Om non-cognitieve vaardigheden te verbeteren, kan het daarom helpen om een leerling te koppelen aan een rolmodel. Jonge leerlingen leren hierdoor bijvoorbeeld hoe ze zich horen te gedragen, en hun houding op school verbeterd.
Intelligent zijn is te leren
Sommige leerlingen denken dat intelligent zijn iets is wat vaststaat. Ze denken bijvoorbeeld dat onderwerpen waar ze (nog) niets over weten, ook nooit te begrijpen zijn. Maar intelligentie, of kennis over een bepaald onderwijs, is ook te leren. Door jongeren te leren dat kennis ontwikkelt kan worden, verbetert hun gedrag en halen ze hogere cijfers op school.